Na een stressvolle vlucht (ik moest onder tijdsdruk een ticket boeken om aan te kunnen tonen dat ik Indonesië ging verlaten binnen een maand, anders liet de vliegtuigmaatschappij me niet meegaan op de vlucht), ein-de-lijk in mijn geliefde tweede thuis aangekomen. Ik was bang dat het een fout zou zijn om direct naar Jakarta te gaan, maar ik had geen keus. Ik was laat en moest de trafficjam voor zijn, kon niet meer naar Bandung, wat ik eerst graag wilde. Mijn ervaring vorig jaar was dat de stad niet de moeite waard is; gewoon een grote metropool met smok. Maar wat ben ik blij dat ik het toch heb gedaan. Op het vliegveld kreeg ik het gevoel weer alle mensen te willen knuffelen, wat ik voorheen ook had. Ik glimlach, loop op iemand af en deze persoon beantwoord mijn vraag en brengt me naar waar ik moet zijn. En nee.. zelfs op deze toeristische plek vraagt hij me geen geld. De mij oh zo bekende zoete geur die overal hangt in Indonesië kon ik even niet plaatsen. Iets verderop stak een indonees een kreteksigaret op en ik wist het weer.
Ik wil graag beschrijven waarom Indonesie zo bijzonder is voor mij en zo als een tweede thuis voelt. Mijn opa is uitgezonden naar nederlands indie in de oorlog. Ook hadden opa en oma thuis een hoop soevenirs uit indonesie. Mijn moeder is daar met haar broer geweest en ook met mijn vader. Ik heb verhalen gehoord van allen en bewust en onbewust heb ik dus het een en ander meegekregen. Daar komt bij dat er zoveel Nederlandse cultuur is was voor herkenning zorgt, in combinatie met een nog interessantere Indonesische cultuur. En voor mij het allerbelangrijkste: de mensen zijn zo ontzettend vriendelijk en open. Maar gaandeweg dit verhaal word dat wel duidelijk.
In de bus richting Jakarta, Jalan Jaksa (de naam van de straat), kom ik een gesluierd meisje tegen waar ik ervaringen mee uitwissel en ze geeft me koekjes uit Surabaya… met echt kaas oh my buddha. Ik klim bij aankomst achterop een scoot en meneertje brengt me met backpack ingeklemd tussen zijn benen naar het hostel. De prijs van de kamer was aan de hoge kant, dus ik ging opzoek. Ik kwam een hostel tegen in de hoofdstraat, waar ik binnen werd gehaald zoals nooit tevoren. Geïnteresseerde mensen, sommige spraken een aantal woorden Nederlands. Met een van de meisjes gaan eten en het lekkerste eten te wereld werd voor me neergezet. Wat een welkom. Btw eten voor rond de euro. De volgende dag checkte ik uit en ging ik naar het nieuwe hostel. Ik werd met open armen ontvangen. Ik checkte de kamer, een soort kamer-van-het-kleine-zusje-gevoel en vol met spullen die duidelijk van verschillende mensen waren. Ik stelde verder geen vragen, was allang tevreden. Het hostel bleek een plek te zijn voor locals. Ze verblijven daar voor langere tijd omdat ze geen woning hebben. Wonen daar dus letterlijk. Ook is het een ontmoetingsplaats voor hen.
Ik wilde wat sightseeing gaan doen en vertrok met de trein naar het oude gedeelte van Jakarta. Ik kwam geen toerist tegen. Ik voelde me een soort celebrity, mensen zwaaiden en wilde met mij spreken. Ik bezocht het oude mandiri bank museum, wat een hele tijd Nederlands is geweest, in de tijd dat Indonesië een kolonie was van Nederland. Blijft toch wel heel bizar dat zij hier 300 jaar hebben gezeten. Het glas in lood wat aan de voorkant van het gebouw te vinden is, is gemaakt in Haarlem. Taferelen van schaatsende nederlanders, graan wat geoogst wordt etc. Wat dachten ze toen?
Ik kwam daar zeer intelligente studentes tegen, die net als ik van plan waren om meer museas te bezoeken. We gingen samen naar het Wayang museum, wat erg indrukwekkend was. Wayang is een verzamelnaam voor alle poppen die gemaakt werden en soms nog worden in indonesie en men gebruikt deze voor shows. Ik sprak met ze af om na de lunch weer te meeten, ik wilde per se in het Batavia cafe eten. Ik at daar erwtensoep met kaas. En goede ook.
Ze namen me mee naar de art gallery en op de weg daar naartoe was een protest tegen de president aan de gang. De expositie was heel interessant, had als thema streetart. Het had als doel te laten zien dat graffiti niet verwijderd moet worden, omdat het belangrijke boodschappen uit kan dragen. Het had politiek en maatschappelijk gezien heel gevoelige onderwerpen en de meiden konden me veel vertellen. Ik ben een dag zoveel meer te weten gekomen over het land, ik ben hen zo dankbaar.
Ik dronk s avonds mijn eerste Bintang tijdens mijn tweede bezoek aan indo en mijn dag kon niet meer stuk. Ten huwelijk gevraagd worden zou nog een kersje op een aziatisch taartje zijn. Dat gebeurde dus ook. Maar zelfs voor een aantal miljoen roepie sloeg ik het aanbod af van deze advocaat. Liefde is niet te koop! Toen ik een douche wilde nemen, ontdekte ik dat er alleen een mandi was; een bak met een kleiner bakje om je mee te wassen. Het was dus niet alleen leven tussen de locals, maar ook als 1. En ik vond het totaal geen probleem.
Ik had afgesproken om de volgende dag met javaanse meisjes en Amarusli, mijn indonesische broertje, iets te doen. Geen idee wat. Ze namen me mee naar Bogor, samen in de trein. Toen we na bakso (meatball) aankwamen in de bogani garden, bleek deze dicht. Ze betaalde een agent en we konden gewoon naar binnen. Wat een tijd met deze mensen. De verhalen, de eerlijkheid, humor en genieten van de eenvoudigheid van het leven en wat me het meeste opviel; de gulheid. Niks hebben en mij alles geven. Ik had een treinticket voor de volgende dag, maar ik kon niet weg. En dus heb ik het ticket geannuleerd. En dat was een van de beste beslissingen die ik tot nu toe heb gemaakt…..
Irene Koopman
Hoi Milou
Via Ingrid kreeg ik een link naar jouw site.
Super, ik ga er wat vaker op kijken.
Ik ben wel een beetje jaloers.
Blijf genieten,
Groetjes
Irene.