Milou Essink

Een klein vliegtuigje met propellers bracht ons naar Cebu city op Cebu, een ander eiland van de Filipijnen. Het was een lange reisdag. We pakten vanaf het vliegveld de taxi, namen de bus die wild ging en kwamen in de avond aan. We probeerden ons in Moalboal te vermaken; Maccie, seveneleven supermarkt plunderen en internet halen op onze telefoons. Toen kwam gelukkig de dag dat de zon weer scheen, we konden snorkelen daar en zagen veel mooie vissen en verschillende soorten koraal. Ook kleine nemos. We zakten af richting het zuiden om te zien waarvoor we deels naar Cebu waren gekomen; zwemmen met de walvishaai ofwel whaleshark. Deze haai eet plankton en kan wel 12 meter worden en 20 ton zwaar. Ze zijn met uitsterven bedreigd.
De volgende ochtend vertrokken we heel vroeg met een lokaal busje richting het whaleshark gebied. We gingen op een boot en het was zo spannend. Toen de eerste whaleshark werd gespot sprongen we het water in met onze snorkels en ze waren inderdaad gigantisch en zo indrukwekkend. Op een punt zagen we er drie en ze waren eigenlijk te dichtbij. We hadden ze kunnen aanraken. En het was en is geweldig dat Serge een gopro heeft. We waren stil op de boot terug, hadden beiden nog nooit zulke indrukwekkende beesten gezien in het wild en zo dichtbij. Daarna deden we de Tamlog waterval, die ook ongelofelijk was. We stapten samen bij een mannetje op de motor, drie is gewoon normaal. We konden in het water onder de waterval zwemmen, achter het watergordijn zitten en eronder. Het was een druppelende waterval, maar op meerdere punten, waardoor het groot was maar niet wild. We waren vroeg klaar en hadden erg behoefte aan een strand. We vonden een weg naar beneden en daalden af naar de kust. Het strand wat we vonden had steentjes en er was bijna niemand. We hadden een fijne lunch en dronken bier en ik vond mooie schelpen. De dag kon niet perfecter. Toch wel. We sloten af met een barbeque in het dorp, met fantastisch vlees (en veel) en kluifden ook aan een letterlijke kippenpoot. ‘Gek die teentjes.’ Ik hoor hem het nog zeggen. Op de terugweg was er een feestje voor locals, wat een kerstfeest bleek te zijn en we kregen bier en gooiden onze moves in de strijd.